1 Koningen 13:4 NBG51

4 Zodra de koning het woord hoorde, dat de man Gods tegen het altaar te Betel gepredikt had, strekte Jerobeam van het altaar af zijn hand uit en zeide: Grijpt hem. Maar de hand die hij tegen hem uitgestrekt had, verstijfde, zodat hij haar niet weer tot zich kon trekken.

Lees verder hoofdstuk 1 Koningen 13

Uitzicht 1 Koningen 13:4 in verband