18 Toen nam Asa al het zilver en het goud, dat overgebleven was in de schatkamers van het huis des Heren en in die van het huis des konings, en overhandigde dat aan zijn dienaren, en koning Asa zond hen tot Benhadad, de zoon van Tabrimmon, de zoon van Chezjon, de koning van Aram, te Damascus, met deze boodschap: