8 En dit zijn hun namen: Ben-Chur op het gebergte van Efraïm;
9 Ben-Deker in Makas, Saälbim, Bet-Semes en Elon-Bet-Chanan;
10 Ben-Chesed in Arubbot, hij had Soko en het gehele land Chefer;
11 Ben-Abinadab: de gehele heuvelstreek van Dor; Salomo’s dochter Tafat had hij tot vrouw;
12 Baäna, de zoon van Achilud: Taänak, Megiddo en geheel Bet-Sean, dat naast Saretan is, beneden Jizreël, van Bet-San tot Abel-Mechola, tot aan gene zijde van Jokmeam;
13 Ben-Geber te Ramot in Gilead; hij had de dorpen van Jaïr, de zoon van Manasse, in Gilead, hij had de streek van Argob in Basan, zestig grote steden met muren en koperen grendels;
14 Achinadab, de zoon van Iddo, te Machanaïm;