26 Serug, Nachor, Terach,
27 Abram – dat is Abraham.
28 De zonen van Abraham waren: Isaak en Ismaël.
29 Dit zijn hun nakomelingen: de eerstgeborene van Ismaël was Nebajot; voorts Kedar, Adbeël, Mibsam,
30 Misma en Duma, Massa, Chadad en Tema,
31 Jetur, Nafis en Kedema; dit zijn de zonen van Ismaël.
32 En de zonen van Ketura, Abrahams bijvrouw: zij baarde Zimran, Joksan, Medan, Midjan, Jisbak en Suach. De zonen van Joksan nu waren Seba en Dedan;