32 En de zonen van Ketura, Abrahams bijvrouw: zij baarde Zimran, Joksan, Medan, Midjan, Jisbak en Suach. De zonen van Joksan nu waren Seba en Dedan;
33 en de zonen van Midjan: Efa, Efer, Chanok, Abida en Eldaä. Deze allen waren de zonen van Ketura.
34 En Abraham verwekte Isaak; de zonen van Isaak waren Esau en Israël.
35 De zonen van Esau: Elifaz, Reüel, Jeüs, Jalam en Korach;
36 de zonen van Elifaz: Teman en Omar, Sefi en Gatam, Kenaz, Timna en Amalek;
37 de zonen van Reüel: Nachat, Zerach, Samma en Mizza;
38 en de zonen van Seïr: Lotan, Sobal, Sibon, Ana, Dison, Eser en Disan.