37 de Karmeliet Chesro; Naärai, de zoon van Ezbai;
38 Joël, de broeder van Natan; Mibchar, de zoon van Hagri;
39 de Ammoniet Selek; de Berotiet Nachrai, de wapendrager van Joab, de zoon van Seruja;
40 de Jetriet Ira; de Jetriet Gareb;
41 de Hethiet Uria; Zabad, de zoon van Achlai;
42 Adina, de zoon van de Rubeniet Siza, hoofd van de Rubenieten, en met hem dertig man;
43 Chanan, de zoon van Maäka; de Mitniet Josafat;