40 de Jetriet Ira; de Jetriet Gareb;
41 de Hethiet Uria; Zabad, de zoon van Achlai;
42 Adina, de zoon van de Rubeniet Siza, hoofd van de Rubenieten, en met hem dertig man;
43 Chanan, de zoon van Maäka; de Mitniet Josafat;
44 de Asteratiet Uzzia; Sama en Jeïel, de zonen van de Aroëriet Chotam;
45 Jediaël, de zoon van Simri, en zijn broeder de Tisiet Jocha;
46 Eliël, de Machawiet; Jeribai en Josawja, de zonen van Elnaäm; de Moabiet Jitma;