14 Hij, de Here, is onze God,zijn oordelen gaan over de ganse aarde;
15 Gedenkt voor immer aan zijn verbond,– het woord, dat Hij gebood aan duizend geslachten –
16 dat Hij met Abraham sloot,en aan zijn eed aan Isaak;
17 ook stelde Hij het voor Jakob tot een inzetting,voor Israël tot een eeuwig verbond,
18 toen Hij zeide: U zal Ik het land Kanaän gevenals het u toegemeten erfdeel.
19 Toen zij weinige mensen in getal waren,een kleine schare en vreemdelingen daarin,
20 en van volk tot volk trokken,van het ene koninkrijk tot de andere natie,