8 en de zonen van Etan: Azarja.
9 De zonen, die aan Chesron werden geboren, waren: Jerachmeël, Ram en Kelubai.
10 Ram verwekte Amminadab; Amminadab verwekte Nachson, de vorst der Judeeërs;
11 Nachson verwekte Salma; Salma verwekte Boaz;
12 Boaz verwekte Obed; Obed verwekte Isaï;
13 en Isaï verwekte Eliab, zijn eerstgeborene, Abinadab, zijn tweede, Sima, zijn derde;
14 Netanel, zijn vierde, Raddai, zijn vijfde;