6 Ook verdeelde David hen in afdelingen volgens de zonen van Levi: Gerson, Kehat en Merari.
7 Tot de Gersonieten behoorden Ladan en Simi.
8 De zonen van Ladan waren: het hoofd Jechiël, Zetam en Joël, drie;
9 de zonen van Simi: Selomit, Chaziël en Haran, drie. Dat waren de familiehoofden van Ladan.
10 En de zonen van Simi: Jachat, Zina, Jeüs en Beria; dat waren de zonen van Simi, vier.
11 Jachat was het hoofd, Ziza de tweede; maar Jeüs en Beria hadden niet veel zonen, daarom vormden zij samen één familie, één dienstgroep.
12 De zonen van Kehat waren: Amram, Jishar, Chebron en Uzziël, vier.