14 Azarja verwekte Seraja; Seraja verwekte Josadak.
15 En Josadak ging mede, toen de Here (de bewoners) van Juda en Jeruzalem liet wegvoeren door Nebukadnessar.
16 De zonen van Levi dan waren: Gersom, Kehat en Merari.
17 Dit zijn de namen van de zonen van Gersom: Libni en Simi;
18 de zonen van Kehat: Amram, Jishar, Chebron en Uzziël;
19 de zonen van Merari: Machli en Musi.En dit zijn de geslachten der Levieten, naar hun vaderen.
20 Van Gersom: zijn zoon Libni, diens zoon Jachat, diens zoon Zimma,