2 Nocha, zijn vierde, en Rafa, zijn vijfde.
3 Zonen van Bela waren: Addar, Gera, Abihud,
4 Abisua, Naäman, Achoach,
5 Gera, Sefufan, en Churam.
6 Dit waren de zonen van Echud – dezen waren familiehoofden van de inwoners van Geba, die men wegvoerde naar Manachat:
7 Naäman, Achia en Gera voerde men weg – hij dan verwekte Uzza en Achichud.
8 En Sacharaïm kreeg kinderen in het veld van Moab, nadat hij zijn vrouwen Chusim en Baära had weggezonden;