26 En Samserai, Secharja, Atalja,
27 Jaäresja, Elia en Zikri waren de zonen van Jerocham.
28 Dit waren familiehoofden, hoofden over hun geslachten; zij woonden te Jeruzalem.
29 Te Gibeon woonden: de vader van Gibeon – en de naam van zijn vrouw was Maäka –
30 en zijn eerstgeboren zoon Abdon, voorts Sur, Kis, Baäl, Nadab,
31 Gedor, Achio en Zeker.
32 Miklot verwekte Sima; ook zij gingen, van hun overige broeders gescheiden, bij hun broeders in Jeruzalem wonen.