28 Dit waren familiehoofden, hoofden over hun geslachten; zij woonden te Jeruzalem.
29 Te Gibeon woonden: de vader van Gibeon – en de naam van zijn vrouw was Maäka –
30 en zijn eerstgeboren zoon Abdon, voorts Sur, Kis, Baäl, Nadab,
31 Gedor, Achio en Zeker.
32 Miklot verwekte Sima; ook zij gingen, van hun overige broeders gescheiden, bij hun broeders in Jeruzalem wonen.
33 En Ner verwekte Kis, Kis verwekte Saul, Saul verwekte Jonatan, Malkisua, Abinadab en Esbaäl.
34 De zoon van Jonatan was Meribbaäl, en Meribbaäl verwekte Micha.