32 Miklot verwekte Sima; ook zij gingen, van hun overige broeders gescheiden, bij hun broeders in Jeruzalem wonen.
33 En Ner verwekte Kis, Kis verwekte Saul, Saul verwekte Jonatan, Malkisua, Abinadab en Esbaäl.
34 De zoon van Jonatan was Meribbaäl, en Meribbaäl verwekte Micha.
35 De zonen van Micha waren: Piton, Melek, Tarea en Achaz.
36 Achaz verwekte Jehoadda; Jehoadda verwekte Alemet, Azmawet en Zimri; Zimri verwekte Mosa;
37 en Mosa verwekte Bina; diens zoon was Rafa, diens zoon Elasa, diens zoon Asel.
38 Asel had zes zonen, wier namen waren: Azrikam, Bokeru, Jismaël, Searja, Obadja en Chanan; deze allen waren zonen van Asel.