21 want Saul dacht: Ik wil haar aan hem geven; laat zij voor hem een valstrik worden, en laat de hand der Filistijnen tegen hem zijn. En Saul zeide tot David: Heden kunt gij ten tweeden male mijn schoonzoon worden.
Lees verder hoofdstuk 1 Samuël 18
Uitzicht 1 Samuël 18:21 in verband