4 Toen sprak Jonatan tot zijn vader Saul goed van David en zeide tot hem: De koning bezondige zich niet aan zijn knecht David, want hij heeft zich aan u niet bezondigd; integendeel, wat hij gedaan heeft, is u zeer ten goede gekomen:
Lees verder hoofdstuk 1 Samuël 19
Uitzicht 1 Samuël 19:4 in verband