1 Samuël 29:4 NBG51

4 Maar de aanvoerders der Filistijnen werden toornig op hem; de aanvoerders der Filistijnen zeiden tot hem: Zend die man heen, laat hij teruggaan naar de plaats die gij hem aangewezen hebt, en niet met ons ten strijde trekken, opdat hij geen tegenstander van ons worde in de strijd. Waarmee zou deze bij zijn heer in de gunst kunnen komen?

Lees verder hoofdstuk 1 Samuël 29

Uitzicht 1 Samuël 29:4 in verband