1a En het woord van Samuël kwam tot geheel Israël.
1b Israël trok ten strijde tegen de Filistijnen en legerde zich bij Eben-Haëzer; de Filistijnen echter hadden zich gelegerd te Afek.
2 De Filistijnen stelden zich in slagorde op tegenover Israël. De strijd werd algemeen en Israël leed de nederlaag tegen de Filistijnen; en dezen versloegen in de slag op het open veld ongeveer vierduizend man.
3 Toen het volk in de legerplaats terugkeerde, zeiden de oudsten van Israël: Waarom heeft de Here ons heden de nederlaag laten lijden tegen de Filistijnen? Laten wij de ark van het verbond des Heren uit Silo halen, zodat die midden onder ons kome en ons verlosse uit de macht onzer vijanden.