16 En de priester Uria deed geheel zoals koning Achaz geboden had.
17 En koning Achaz sneed de sluitplaten der onderstellen weg, en nam de bekkens eraf, hij lichtte de zee af van de koperen runderen die haar droegen, en zette haar op een stenen plaveisel.
18 Voorts liet hij aan het huis des Heren de sabbatsgalerij, die men aan het huis gebouwd had, alsook de buitenste ingang voor de koning verplaatsen, ter wille van de koning van Assur.
19 Het overige van de geschiedenis van Achaz, wat hij gedaan heeft, is dat niet beschreven in het boek van de kronieken der koningen van Juda?
20 Achaz ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven bij zijn vaderen in de stad Davids; zijn zoon Hizkia werd koning in zijn plaats.