1 In het negende jaar van zijn regering, in de tiende maand, op de tiende van de maand, rukte Nebukadnessar, de koning van Babel, zelf met zijn gehele leger tegen Jeruzalem op en sloeg het beleg erom, en zij bouwden er een belegeringswal omheen.
2 Zo werd de stad belegerd tot het elfde jaar van koning Sedekia.
3 Op de negende van de (vierde) maand, toen de hongersnood in de stad zwaar geworden was en er geen brood meer was voor het volk des lands,
4 werd een bres in de stadsmuur geslagen; en al de krijgslieden (vluchtten) des nachts door de poort tussen de beide muren bij de koninklijke tuin – de Chaldeeën nu lagen rondom tegen de stad –, en sloegen de weg in naar de Vlakte.