18 Op de zevende dag nu stierf het kind. En de dienaren van David durfden hem niet mee te delen, dat het kind dood was. Want zij zeiden: Zie, toen het kind nog in leven was, hebben wij tot hem gesproken en heeft hij naar ons niet geluisterd; hoe zouden wij dan tot hem kunnen zeggen: het kind is dood? Hij zou iets kwaads kunnen doen.