8 Toen werd Abner zeer toornig over de woorden van Isboset en zeide: Ben ik een hondskop, die het met Juda houdt? Ik ben nog steeds trouw aan het huis van uw vader Saul, aan zijn broeders en aan zijn vrienden, en ik heb u niet in Davids handen laten vallen, en thans verwijt gij mij een misstap met een vrouw?