3 hoe groot zijn zijn tekenen en hoe machtig zijn wonderen! Zijn koningschap is een eeuwig koningschap, en zijn heerschappij van geslacht tot geslacht!
4 Ik, Nebukadnessar, bevond mij rustig in mijn huis en in goede welstand in mijn paleis;
5 daar zag ik een droom, die mij verschrikte; en droombeelden op mijn legerstede en gezichten die mij voor ogen kwamen, verontrustten mij!
6 Toen werd door mij bevel gegeven, dat men al de wijzen van Babel tot mij zou brengen, opdat zij mij de uitlegging van de droom zouden bekendmaken.
7 Daarop kwamen de geleerden, de bezweerders, de Chaldeeën en de waarzeggers, en ik vertelde hun de droom, maar zij konden mij zijn uitlegging niet bekendmaken.
8 Doch ten laatste kwam tot mij Daniël, naar de naam van mijn god Beltesassar genoemd, in wie de geest der heilige goden woont, en ik vertelde hem de droom:
9 Beltesassar, gij hoofd der geleerden, van wie ik weet, dat de geest der heilige goden in u woont, en dat geen enkele verborgenheid u moeite veroorzaakt, vertel mij de gezichten van mijn droom die ik gezien heb, namelijk de uitlegging daarvan.