5 Daarna zult gij voor het aangezicht van de Here, uw God, betuigen: Een zwervende Arameeër was mijn vader; hij trok met weinige mannen naar Egypte en verbleef daar als vreemdeling, maar werd er tot een groot, machtig en talrijk volk.
Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 26
Uitzicht Deuteronomium 26:5 in verband