19 Toen de Here dat zag, heeft Hij hen verworpen,omdat Hij gekrenkt was door zijn zonen en dochteren;
20 Hij zeide: Ik wil mijn aangezicht voor hen verbergenen zien, wat hun einde wezen zal,want zij zijn een verkeerd geslacht,kinderen, die geen trouw kennen.
21 Zij verwekten Mij tot naijver door wat geen god is,zij krenkten Mij met hun ijdelheden.Daarom zal Ik hen tot naijver verwekken door wat geen natie is,door een dwaas volk zal Ik hen krenken.
22 Want een vuur is in mijn toorn ontstoken,het brandt tot in de diepten van het dodenrijk;het verteert de aarde met wat zij opbrengten verzengt de grondvesten der bergen.
23 Ik zal rampen over hen ophopen,al mijn pijlen tegen hen afschieten.
24 Als zij uitgeput zijn van honger en verteerd van koortsgloeden dodelijke ziekte,dan zal Ik de tanden der wilde dieren tegen hen loslaten,met het venijn van wat schuifelt in het stof.
25 Buitenshuis zal het zwaard verdelgen,en binnenskamers de ontzetting:jongeling zowel als maagd,zuigeling en grijsaard.