1 Mozes riep geheel Israël samen en zeide tot hen: Hoor, Israël, de inzettingen en de verordeningen, die ik heden doe horen, opdat gij ze leert en naarstig onderhoudt.
2 De Here, onze God, heeft met ons een verbond gesloten op Horeb.
3 Niet met onze vaderen heeft de Here dit verbond gesloten, maar met ons, zoals wij hier heden allen in leven zijn.
4 Van aangezicht tot aangezicht heeft de Here met u gesproken op de berg uit het midden van het vuur –
5 ik stond te dien tijde tussen de Here en u om u het woord des Heren mede te delen, want gij vreesdet voor het vuur en gij kwaamt de berg niet op – en Hij zeide:
6 Ik ben de Here, uw God, die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heb.