15 Wat moet er volgens de wet met koningin Wasti gebeuren, nu zij het door de hovelingen overgebrachte bevel van koning Ahasveros niet heeft opgevolgd?
16 Toen zeide Memukan in tegenwoordigheid van de koning en de vorsten: Koningin Wasti heeft zich niet alleen misdragen tegen de koning, maar tegen al de vorsten en al de volken, die in al de gewesten van koning Ahasveros wonen.
17 Want het gedrag van de koningin zal bij alle vrouwen bekend worden met het gevolg, dat haar mannen in haar ogen geminacht worden, als men vertelt: Koning Ahasveros gaf bevel, koningin Wasti in zijn tegenwoordigheid te brengen, maar zij kwam niet.
18 Vandaag nog zullen de vorstinnen van Perzië en Medië, die van het gedrag der koningin horen, ervan spreken tegen alle vorsten des konings, en er zal stof genoeg zijn voor minachting en toorn.
19 Indien het de koning goeddunkt, moge er een koninklijk besluit van hem uitgaan, en het worde geschreven in de wetten van Perzië en Medië, zodat het niet herroepen kan worden, dat Wasti niet meer voor het aangezicht van koning Ahasveros verschijnen mag en dat de koning haar waardigheid als koningin zal schenken aan een andere, beter dan zij.
20 Wordt de verordening die de koning moge uitvaardigen, gehoord in zijn gehele rijk – voorwaar, dit is groot! – dan zullen alle vrouwen aan haar mannen, van de aanzienlijkste tot de geringste, eer geven.
21 Dit voorstel verwierf de goedkeuring van de koning en de vorsten, en de koning handelde naar het voorstel van Memukan.