6 Zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten en op de zevende dag zal er een feest voor de Here zijn.
7 Ongezuurde broden zullen gedurende de zeven dagen gegeten worden; er mag zelfs niets gezuurds bij u gezien worden, ja, in uw gehele gebied mag er geen zuurdeeg worden gezien.
8 En op die dag zult gij uw zoon uitleggen: Dit is ter wille van wat de Here mij heeft gedaan bij mijn uittocht uit Egypte.
9 Het zal u zijn als een teken op uw hand en als een herinnering tussen uw ogen, opdat de wet des Heren in uw mond zij; want met een sterke hand heeft de Here u uit Egypte geleid.
10 Gij zult deze inzetting onderhouden op haar vaste tijd, van jaar tot jaar.
11 Wanneer dan de Here u gebracht heeft naar het land der Kanaänieten, zoals Hij u en uw vaderen gezworen heeft, en het u gegeven heeft,
12 dan zult gij al wat het eerst uit de moederschoot voortkomt, de Here wijden; ook van elke eerste worp van het vee dat gij hebt, zullen de mannelijke dieren voor de Here zijn.