17 Indien haar vader ten stelligste weigert haar aan hem te geven, dan zal hij de bruidsprijs der maagden aan zilver afwegen.
18 Een tovenares zult gij niet in leven laten.
19 Alwie met een dier gemeenschap heeft, zal zeker ter dood gebracht worden.
20 Wie aan de goden offert, behalve aan de Here alleen, zal met de ban geslagen worden.
21 Een vreemdeling zult gij niet onderdrukken, noch hem benauwen, want gij zijt vreemdelingen geweest in het land Egypte.
22 Geen enkele weduwe of wees zult gij verdrukken.
23 Indien gij dezen toch verdrukt, voorzeker zal Ik, indien zij luide tot Mij roepen, hun geroep horen,