Exodus 28:1 NBG51

1 Gij dan, doe tot u naderen uw broeder Aäron, en zijn zonen met hem, uit het midden der Israëlieten, om voor Mij het priesterambt te bekleden: Aäron, Nadab en Abihu, Eleazar en Itamar, de zonen van Aäron.

Lees verder hoofdstuk Exodus 28

Uitzicht Exodus 28:1 in verband