22 Ook zult gij op het borstschild gedraaide kettinkjes maken, vlechtwerk, van louter goud.
23 Gij zult op het borstschild twee gouden ringen maken en de beide ringen aan de beide einden van het borstschild zetten.
24 Gij zult de beide gevlochten kettinkjes van goud in de beide ringen aan de einden van het borstschild doen.
25 De beide andere einden der beide gevlochten kettinkjes zult gij aan de beide kassen vastmaken en op de schouderstukken van de efod zetten, aan de voorkant.
26 Gij zult twee gouden ringen maken en ze aan de beide einden van het borstschild zetten, op de binnenrand, die naar de efod toegekeerd is.
27 Ook zult gij twee gouden ringen maken en ze op de beide schouderstukken van de efod zetten, onderaan, aan de voorkant, dicht bij de plaats waar hij verbonden is, boven de gordel van de efod.
28 Dan zal men het borstschild met zijn ringen aan de ringen van de efod vastbinden met een blauwpurperen snoer, zodat het op de gordel van de efod vastzit, en het borstschild niet van de efod kan afschuiven.