4 En al de vaklieden, die het gehele werk ten behoeve van het heiligdom maakten, kwamen ieder van het werk dat hij verrichtte,
5 en zeiden tot Mozes: Het volk brengt meer dan nodig is voor de uitvoering van het werk dat de Here geboden heeft te maken.
6 Toen gaf Mozes een bevel en men liet het overal in de legerplaats afroepen: Laat man noch vrouw verder enig werk maken ten behoeve van de heffing voor het heiligdom. Zo werd het volk weerhouden meer te brengen.
7 Want het materiaal was voldoende om al het werk te maken, ja, er was te veel.
8 Toen maakten alle kunstvaardigen onder de werklieden de tabernakel van tien tentkleden van getweernd fijn linnen en van blauwpurper, roodpurper en scharlaken; met kunstig geweven cherubs maakte men die.
9 De lengte van elk tentkleed was achtentwintig el, en de breedte van elk tentkleed vier el: eenzelfde maat voor al de tentkleden.
10 Men verbond vijf van de tentkleden aan elkander, en nog eens vijf tentkleden aan elkander.