19 En Amram nam zich Jokebed, zijn tante, tot vrouw, en zij baarde hem Aäron en Mozes. En de levensjaren van Amram waren honderd zevenendertig jaar.
20 De zonen van Jishar: Korach, Nefeg en Zikri.
21 De zonen van Uzziël: Misaël, Elsafan en Sitri.
22 En Aäron nam zich Eliseba, de dochter van Amminadab, de zuster van Nachson, tot vrouw, en zij baarde hem Nadab, Abihu, Eleazar en Itamar.
23 De zonen van Korach: Assir, Elkana en Abiasaf; dit zijn de geslachten van de Korachieten.
24 Eleazar, de zoon van Aäron, nam zich een der dochters van Putiël tot vrouw, en zij baarde hem Pinechas. Dit zijn de familiehoofden der Levieten naar hun geslachten.
25 Dit zijn Aäron en Mozes, tot wie de Here gezegd heeft: Leidt de Israëlieten uit het land Egypte volgens hun legerscharen.