6 En allen die rondom hen woonden, hielpen hen met zilveren voorwerpen, met goud, have en vee, en met kostbaarheden, behalve alles wat men vrijwillig gaf.
7 Ook liet koning Kores het gerei van het huis des Heren, dat Nebukadnessar uit Jeruzalem had weggevoerd en in de tempels van zijn goden had geplaatst, te voorschijn brengen.
8 Kores, de koning van Perzië, liet het te voorschijn brengen onder toezicht van Mitredat, de schatmeester, en deze telde het uit voor Sesbassar, de vorst van Juda.
9 Dit was hun aantal: dertig gouden schalen, duizend zilveren schalen, negenentwintig messen,
10 dertig gouden bekers, verder vierhonderd en tien zilveren bekers, duizend andere voorwerpen.
11 Alle voorwerpen van goud en zilver waren vijfduizend vierhonderd.Dit alles voerde Sesbassar mede, toen de ballingen uit Babel naar Jeruzalem werden gebracht.