8 Kores, de koning van Perzië, liet het te voorschijn brengen onder toezicht van Mitredat, de schatmeester, en deze telde het uit voor Sesbassar, de vorst van Juda.
9 Dit was hun aantal: dertig gouden schalen, duizend zilveren schalen, negenentwintig messen,
10 dertig gouden bekers, verder vierhonderd en tien zilveren bekers, duizend andere voorwerpen.
11 Alle voorwerpen van goud en zilver waren vijfduizend vierhonderd.Dit alles voerde Sesbassar mede, toen de ballingen uit Babel naar Jeruzalem werden gebracht.