2 welke medekwamen met Zerubbabel, Jesua, Nechemja, Seraja, Reëlaja, Mordekai, Bilsan, Mispar, Bigwai, Rechum en Baäna.Aantal van de mannen van het volk Israël:
3 de zonen van Paros: tweeduizend honderd tweeënzeventig;
4 de zonen van Sefatja: driehonderd tweeënzeventig;
5 de zonen van Arach: zevenhonderd vijfenzeventig;
6 de zonen van Pachat-Moab, en wel de zonen van Jesua (en) Joab: tweeduizend achthonderd twaalf;
7 de zonen van Elam: duizend tweehonderd vierenvijftig;
8 de zonen van Zattu: negenhonderd vijfenveertig;