20 de zonen van Gibbar: vijfennegentig;
21 de zonen van Betlehem: honderd drieëntwintig;
22 de mannen van Netofa: zesenvijftig;
23 de mannen van Anatot: honderd achtentwintig;
24 de zonen van Azmawet: tweeënveertig;
25 de zonen van Kirjat-Arim, Kefira en Beërot: zevenhonderd drieënveertig;
26 de zonen van Rama en Geba: zeshonderd eenentwintig;