Genesis 1:21 NBG51

21 Toen schiep God de grote zeedieren en alle krioelende levende wezens, waarvan de wateren wemelen, naar hun aard, en allerlei gevleugeld gevogelte naar zijn aard. En God zag, dat het goed was.

Lees verder hoofdstuk Genesis 1

Uitzicht Genesis 1:21 in verband