3 En de zonen van Gomer waren Askenaz, Rifat en Togarma.
4 En de zonen van Jawan waren Elisa, Tarsis, de Kittiërs en de Dodanieten.
5 Naar dezen zijn de kustlanden der volken in hun landen verdeeld, elk naar zijn taal, naar hun geslachten, onder hun volken.
6 En de zonen van Cham waren Kus, Misraïm, Put en Kanaän.
7 En de zonen van Kus: Seba, Chawila, Sabta, Rama en Sabteka; en de zonen van Rama waren Seba en Dedan.
8 En Kus verwekte Nimrod; deze was de eerste machthebber op de aarde;
9 hij was een geweldig jager voor het aangezicht des Heren; daarom zegt men: Een geweldig jager voor het aangezicht des Heren als Nimrod.