10 Dit zijn de nakomelingen van Sem. Toen Sem honderd jaar oud was, verwekte hij Arpaksad, twee jaar na de vloed.
11 En Sem leefde, nadat hij Arpaksad verwekt had, vijfhonderd jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.
12 Toen Arpaksad vijfendertig jaar geleefd had, verwekte hij Selach.
13 En Arpaksad leefde, nadat hij Selach verwekt had, vierhonderd drie jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.
14 Toen Selach dertig jaar geleefd had, verwekte hij Eber.
15 En Selach leefde, nadat hij Eber verwekt had, vierhonderd drie jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.
16 Toen Eber vierendertig jaar geleefd had, verwekte hij Peleg.