Genesis 12:8 NBG51

8 Toen brak hij vandaar op naar het gebergte ten oosten van Betel, en hij spande zijn tent, met Betel tegen het westen en Ai tegen het oosten, en hij bouwde daar een altaar voor de Here en riep de naam des Heren aan.

Lees verder hoofdstuk Genesis 12

Uitzicht Genesis 12:8 in verband