26 En de Here zeide: Indien Ik te Sodom vijftig rechtvaardigen in de stad vind, zal Ik de gehele plaats vergiffenis schenken om hunnentwil.
27 En Abraham antwoordde: Zie toch, ik heb mij verstout tot de Here te spreken, hoewel ik stof en as ben.
28 Misschien ontbreken er aan de vijftig rechtvaardigen vijf; zult Gij dan om die vijf de gehele stad verwoesten? En Hij zeide: Ik zal haar niet verwoesten, indien Ik er vijfenveertig vind.
29 En hij sprak verder tot Hem en zeide: Misschien worden er daar veertig gevonden. En Hij zeide: Ik zal het niet doen ter wille van de veertig.
30 En hij zeide: De Here worde toch niet toornig, als ik nog eens spreek; misschien worden er daar dertig gevonden. En Hij zeide: Ik zal het niet doen, indien Ik er daar dertig vind.
31 En hij zeide: Zie toch, ik heb mij verstout tot de Here te spreken; misschien worden er daar twintig gevonden. En Hij zeide: Ik zal haar niet verwoesten ter wille van de twintig.
32 En hij zeide: De Here worde toch niet toornig, als ik nog eenmaal spreek; misschien worden er daar tien gevonden. En Hij zeide: Ik zal haar niet verwoesten ter wille van de tien.