1 Dit zijn de nakomelingen van Esau, dat is Edom.
2 Esau nam zijn vrouwen uit de dochters van Kanaän, Ada, dochter van de Hethiet Elon, en Oholibama, dochter van Ana, dochter van de Chiwwiet Sibon,
3 en Basemat, dochter van Ismaël, zuster van Nebajot.
4 En Ada baarde aan Esau Elifaz, en Basemat baarde Reüel,
5 en Oholibama baarde Jeüs, Jalam en Korach. Dit waren de zonen van Esau, die hem in het land Kanaän geboren zijn.