12 Toen Kenan zeventig jaar geleefd had, verwekte hij Mahalalel.
13 En Kenan leefde, nadat hij Mahalalel verwekt had, achthonderd veertig jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.
14 Zo waren al de dagen van Kenan negenhonderd tien jaar; en hij stierf.
15 Toen Mahalalel vijfenzestig jaar geleefd had, verwekte hij Jered.
16 En Mahalalel leefde, nadat hij Jered verwekt had, achthonderd dertig jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.
17 Zo waren al de dagen van Mahalalel achthonderd vijfennegentig jaar; en hij stierf.
18 Toen Jered honderd tweeënzestig jaar geleefd had, verwekte hij Henoch.