1 Hoort het woord, dat de Here tot u spreekt, huis van Israël!
2 Zó zegt de Here: Gewent u niet aan de weg der volken en schrikt niet voor de tekenen aan de hemel, omdat de volken daarvoor schrikken.
3 Want de handelwijze der volken, die is nietigheid: want als een stuk hout heeft men het uit het woud gehakt, – arbeid van werkmanshanden met de bijl –
4 met zilver en goud siert men het op, met spijkers en hamers maakt men het vast, zodat het niet waggelt.