9 Maar zeide ik: Ik wil aan Hem niet denken en in zijn naam niet meer spreken, dan werd het in mijn hart als brandend vuur, opgesloten in mijn gebeente; wel matte ik mij af om het in te houden, maar ik kon het niet.
Lees verder hoofdstuk Jeremia 20
Uitzicht Jeremia 20:9 in verband