7 Zoekt de vrede voor de stad waarheen Ik u in ballingschap heb doen wegvoeren, en bidt voor haar tot de Here, want in haar vrede zal uw vrede gelegen zijn.
8 Want zo zegt de Here der heerscharen, de God van Israël: Laten uw profeten die in uw midden zijn, en uw waarzeggers u niet misleiden, en luistert niet naar uw dromers, die gij laat dromen;
9 want zij profeteren u vals in mijn naam; Ik heb hen niet gezonden, luidt het woord des Heren.
10 Want zo zegt de Here: Neen, als voor Babel zeventig jaren voorbij zullen zijn, dan zal Ik naar u omzien en mijn heilrijk woord aan u in vervulling doen gaan door u naar deze plaats terug te brengen.
11 Want Ik weet, welke gedachten Ik over u koester, luidt het woord des Heren, gedachten van vrede en niet van onheil, om u een hoopvolle toekomst te geven.
12 Dan zult gij Mij aanroepen en heengaan en tot Mij bidden, en Ik zal naar u horen;
13 dan zult gij Mij zoeken en vinden, wanneer gij naar Mij vraagt met uw ganse hart.