Jeremia 40:11 NBG51

11 Toen ook al de Judeeërs die in Moab onder de Ammonieten, in Edom en in alle landen vertoefden, hoorden, dat de koning van Babel aan Juda een rest had overgelaten en dat hij over hen Gedalja, de zoon van Achikam, de zoon van Safan, aangesteld had,

Lees verder hoofdstuk Jeremia 40

Uitzicht Jeremia 40:11 in verband