3 Bereidt rondas en schild en rukt aan tot de strijd!
4 Spant de paarden in en stijgt op, gij ruiters, en schaart u in slagorde, de helmen op; scherpt de lansen, trekt de pantsers aan!
5 Waarom zie ik hen verschrikt, achterwaarts wijkende? Ja, hun helden zijn verslagen en vluchten steeds voort zonder om te zien: schrik van rondom! luidt het woord des Heren.
6 De snelle kan niet ontvluchten en de held niet ontkomen: in het noorden, aan de rivier de Eufraat, zijn zij gestruikeld en gevallen.
7 Wie is het, die komt opzetten als de Nijl, wiens wateren bruisen als rivieren?
8 Egypte komt opzetten als de Nijl, terwijl de wateren bruisen als rivieren, en zegt: Oprukken zal ik, ik zal de aarde overdekken, ik zal verdelgen steden met inwoners en al!
9 Vooruit, paarden; jaagt voort, wagens; laten de helden uittrekken: Ethiopiërs en Puteeërs, die het schild hanteren, Lydiërs, die de boog spannen!